H1 par.4


Vul de gaten in. Druk dan op "controleren" om je antwoorden te controleren.
Welke problemen moeten landen aanpakken?

In het jaar 2000 spraken regeringsleiders van 192 landen af dat vóór armoede, ziekte en honger ver teruggedrongen moesten zijn. Om de levensomstandigheden te verbeteren zijn doelen gemaakt, de millenniumdoelen (bron1).

1.4bron1.jpg

De eerste zeven millenniumdoelen gaan over het verbeteren van de situatie in . Het achtste millenniumdoel geeft aan wat rijke landen moeten doen. Om te kijken of de situatie beter wordt, is afgesproken om nieuwe gegevens te vergelijken met die van het jaar 1990. Eén van de millenniumdoelen is de betere beschikbaarheid van veilig drinkwater. In 2015 moet het aantal mensen dat slecht drinkwater heeft, zijn gehalveerd. Tussen 1990 en 2006 is al bij 1,6 miljard mensen de drinkwatersituatie verbeterd. Dat gaat dus de goede kant op. Maar niet in alle landen gaat het even goed. Er zijn grote tussen de landen (bron 2).

1.4bron2.jpg

En dat geldt ook binnen de landen, vooral tussen en platteland. In de steden van de derde wereld heeft bijna iedereen toegang tot schoon drinkwater, terwijl op het platteland nog maar 78% van de mensen veilig drinkwater heeft. Als we praten over veilig drinkwater, dan bedoelen we niet dat er in elk huis een kraan is. Een groot deel van de mensen in derdewereldlanden haalt elke dag schoon water bij een in de buurt.

Hoe verbetert exportoriëntatie de welvaart?

Voor het verbeteren van de levensomstandigheden hebben landen nodig. Dit geld kunnen ze verdienen door meer goederen aan het buitenland te verkopen. Dit noemen we exportoriëntatie. Een manier om meer geld aan de export te verdienen is de niet onbewerkt uit te voeren, maar er een van te maken. In Indonesië kapte men jarenlang bomen en de stammen werden aan het buitenland verkocht. Dat is nu door de regering van Indonesië verboden. Eerst moeten de stammen tot planken verzaagd zijn, zodat ook de houtverwerkende industrie aan de gekapte bomen verdient.

Hoe verbeteren buitenlandse bedrijven de welvaart?

Veel ontwikkelingslanden hebben geen moderne en ook niet de kennis om moderne fabrieken te bouwen. Om toch producten te kunnen maken die mensen in rijke landen willen kopen, proberen arme landen fabrieken uit rijke landen aan te trekken. Voor veel bedrijven uit de Verenigde Staten en Europa zijn de arme landen aantrekkelijk, want daar zijn de vaak heel laag. Het sportmerk Nike laat bijvoorbeeld een deel van de sportschoenen in Indonesië maken. Deze buitenlandse bedrijven leveren de arme landen niet alleen werk op, maar ook technische . Veel landen met een exportgeoriënteerde industrie ontwikkelen zich dan ook heel snel. Ze veranderen van een derdewereldland in een industrieland. Deze landen noem je Nieuwe . Voorbeelden hiervan zijn Brazilië, , Inda, China, Mexico, Indonesië en . Deze groep landen heet samen BRICMIT, naar de eerste letters van de landennamen.

Welke rol spelen rijke landen?

Om de arme landen minder te maken van de rijke landen is een eerlijk handelssysteem nodig. Rijke landen beschermen nog steeds een deel van hun eigen producten door invoerrechten. Invoerrechten zijn belastingen die een buitenlands bedrijf moet betalen als het zijn producten in een ander land wil invoeren. De allerarmste landen betalen gemiddeld 18% invoerrechten (bron 6).

1.4bron6.jpg

Dat maakt hun producten duurder, waardoor ze in de rijke landen minder kunnen verkopen. Deze beschermende maatregelen tegen buitenlandse concurrentie noem je . In de Wereldhandelsorganisatie (WTO) komen landen bij elkaar om af te spreken hoe dit protectionisme kan verdwijnen.

Wat kunnen rijke landen meer doen?

Rijke landen geven . En rijke landen lenen geld aan arme landen. Vaak gaat dat via de Wereldbank, die daarvoor is opgericht. Bij deze bank kunnen arme landen geld lenen voor het uitvoeren van plannen voor armoedebestrijding. Niet alle plannen zijn een succes, waardoor nogal wat ontwikkelingslanden grote hebben. Die schuld moeten ze met rente terugbetalen. Vooral de allerarmste landen kunnen dat geld niet altijd opbrengen. Rijke landen kunnen hier veel doen. Dat staat duidelijk in millenniumdoel 8. Zo is afgesproken dat ze 0,7% van hun aan ontwikkelingshulp geven. In werkelijkheid zijn er maar weinig landen die dat doen. Rijke landen kunnen ook helpen door de schulden van de allerarmste landen te schelden.