Het gemiddelde inkomen per inwoner per jaar, kortweg bnp per inwoner. | | |
Een inkomen van 1,25 dollar per dag. Van dat geld zou je volgens de Wereldbank menswaardig moeten kunnen leven. | | |
Wat je met een bepaalde hoeveelheid geld kunt kopen. | | |
Een rijk land. | | |
Rijkdom | | |
Indeling van de wereld in rijke en arme landen. | | |
De arme landen. Ook wel ontwikkelingslanden genoemd. De laatste tijd gebruikt men de naam ontwikkelingslanden vooral voor de allerarmste landen. | | |
De levensomstandigheden van de mensen. | | |
Zaken die iedereen nodig heeft om menswaardig te leven. Dat zijn voeding, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg. | | |
Het deel van de bevolking dat niet kan lezen en schrijven. | | |
Een ranglijst van landen van hoog naar laag welzijn. Ook wel VN-index gemoemd. | | |
Een kleine groep rijke mensen. | | |
Het aantal jaren dat het duurt voordat de bevolking twee keer zo groot geworden is. | | |
De ontwikkeling van geboorte- en sterftecijfers in een land. | | |
De zorg voor de gezondheid door netjes en schoon te zijn. | | |
Geboorteregeling | | |
Mensen en bedrijven die producten rechtstreeks uit de levende natuur halen. | | |
Mensen en bedrijven die van grondstoffen een product maken. | | |
De dienstverlening | | |
Het maken van een product gebeurt vooral met de hand. | | |
De hoeveelheid goederen die iemand in een bepaalde tijd maakt. | | |
Productie die voor een groot deel door machines gedaan wordt. | | |
De invoer: goederen die een land koopt van een ander land. | | |
De uitvoer: goederen die een land verkoopt aan een ander land. | | |
Onbewerkte producten uit de primaire sector en de mijnbouw. | | |
Een industrieproduct dat door een ander bedrijf verder verwerkt wordt tot een eindproduct. | | |
Een product dat klaar is voor gebruik door de klant. | | |
De uitvoer van slechts één of enkele producten. | | |
Een land moet meer goederen exporteren om dezelfde import als vroeger te kunnen betalen. | | |
Acht doelen voor het verbeteren van levensomstandigheden, opgesteld door de Verenigde Naties. | | |
Het vergroten van de export. | | |
Landen die exportgeoriënteerde industrie opbouwen en die zich in hoog tempo ontwikkelen van derdewereldland tot industrieland. | | |
Belastingen die een buitenlands bedrijf moet betalen als het zijn producten in een land wil invoeren. | | |
Beschermende maatregelen tegen buitenlandse concurentie. | | |
Een poging van rijke landen om ontwikkelingslanden en hun burgers te helpen bij hun ontwikkeling. | | |
Hulp die voor lange tijd gegeven wordt om een gebied te ontwikkelen. | | |
Hulp voor landen die in oorlog zijn of die getroffen zijn door een natuurramp. | | |
Leningen die kleine ondernemers in ontwikkelingslanden kunnen afsluiten. | | |
Buitenlandse fabrieken in Mexico die bijvoorbeeld auto's, spijkerbroeken of computers in elkaar zetten. | | |