Hoofdstuk 1 Aarde en kaart

paragraaf 1, tekst A, B, C

Vul de gaten in. Druk dan op "controleren" om je antwoorden te controleren.
Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Tekst A, B en C

TEKST A

De aarde draait om de . Dat gebeurt met een snelheid van meer dan kilometer per uur. Met deze enorme snelheid heeft de aarde een nodig om een rondje af te leggen. De aarde is niet de enige bol die rond de zon draait. Hemellichamen of bollen die rond de zon draaien, noemen we . De aarde staat ongeveer 150 miljoen van de zon vandaan. Dat is een mooie afstand; niet te dichtbij en niet te ver weg. Als de aarde dichter bij de zon zou staan, was het op de aarde te heet om te leven. dat zien we bijvoorbeeld bij , waar de temperatuur meer dan 400 C bedraagt. Als de afstand tot de zon groter zou zijn, was het te koud om op de aarde te leven. Op Saturnus is het bijna 200 C onder nul.

TEKST B

Behalve om de zon draait de aarde ook een rondje om haar eigen as. Dat duurt uur. Die aardas moet je je voorstellen als een een grote pen die tussen de en de Zuidpool loopt. Het is een onzichtbare pen. Door deze beweging is steeds een deel van de aarde naar de zon gericht. Hier is het . Aan de andere kant van de aarde is het dan donker. Daar is het . Dag en nacht ontstaan dus door de draaiing van de aarde om haar eigen as.

TEKST C

De maan draait om de . Over dat rondje doet de maan bijna 28 . Samen met de aarde draait de maan ook om de zon. Zo nu en dan komt het voor dat de maan precies tussen de aarde en de zon in komt te staan. Heel langzaam schuift de voor de zon. Als dat gebeurt, kan het zonlicht de aarde even niet bereiken. Het is alsof je naar een spannende film zit te kijken en iemand in je beeld gaat staan. De filmbeelden kunnen jou dan even niet . Volledige zijn zeldzaam. De maan moet dan helemaal precies voor de staan. Pas aan het einde van deze is zoiets weer in Nederland te zien.